Laden...

Eerste paramedische onderzoekers aan de slag bij Isala in Zwolle

Gepubliceerd
Auteur
Eerste paramedische onderzoekers aan de slag bij Isala in Zwolle

Op 20 februari 2025 maakte het Isala ziekenhuis in Zwolle een stap die nog nooit eerder was gezet: vier paramedici werden benoemd tot paramedische onderzoekers. Leonore Meilof (logopedist), Guido Dolleman (fysiotherapeut), Maarten van der Hoek (ergotherapeut) en Elske Bonhof (handtherapeut) zijn de eerste in de geschiedenis van het ziekenhuis die een vaste, onderzoekende rol krijgen — geen tijdelijk project, geen bijwerk, maar een officiële functie met tijd en ruimte om vragen te stellen, data te verzamelen en de praktijk te verbeteren. Het is geen kleine verandering. Het is een signaal: in de zorg van de toekomst, wordt kennis niet meer alleen gemaakt door artsen en wetenschappers in labo’s, maar ook door de mensen die dagelijks met patiënten werken.

Een primeur in de praktijk

De term ‘primeur’ wordt niet lichtvaardig gebruikt bij Isala. En toch: overal waar het nieuws verscheen — op de hoofdpagina van het ziekenhuis, in de afdelingen logopedie en ergotherapie, zelfs in de Academie-nieuwsbrief — werd dit benoemd als iets unieks. Geen andere STZ-kliniek in Nederland had tot dan toe paramedici formeel benoemd als onderzoekers met een vaste tijdsbesteding. Dat maakt Isala een pionier. En het is geen toeval. De vier nieuwe onderzoekers zijn allemaal al jarenlang werkzaam bij het ziekenhuis. Maarten van der Hoek, bijvoorbeeld, was al in 2022 te zien in een reportage over de ‘therapiekeuken’ van de ergotherapie. Hij kent de praktijk van binnenuit. Nu krijgt hij de ruimte om te kijken: waarom werkt deze methode wel, en die niet? Waar zit de knoop in de hersteltrajecten van patiënten met een handletsel?

Hoe verandert dit de zorg?

Het idee is eenvoudig, maar krachtig: wie elke dag ziet hoe patiënten reageren op een behandeling, kan de beste vragen stellen. Een logopedist als Leonore Meilof weet bijvoorbeeld welke oefeningen patiënten met spraakstoornissen na een beroerte echt blijven doen — en welke ze snel opgeven. Een handtherapeut als Elske Bonhof ziet hoe pijn en vermoeidheid na een operatie soms worden verergerd door eenvoudige, onopgemerkte gewoontes. Tot nu toe werden die observaties vaak gedeeld in teamvergaderingen, of als anekdote in een rapport. Nu worden ze systematisch vastgelegd, onderzocht en getest. Dat betekent: minder trial-and-error, meer bewijsgebaseerde aanpassingen. En dat betekent voor de patiënt: sneller herstel, minder pijn, betere kwaliteit van leven.

Waarom nu?

Deze stap valt niet los van Isala’s bredere strategie. In de Academie-nieuwsbrief van 20 februari 2025 stond al een korte vermelding: ‘Meer nadruk op versterken’. Dat klinkt vaag, maar in context is het een leidraad. Het ziekenhuis, één van de grootste STZ-klinieken van Nederland, heeft een level 1-traumacentrum, neurochirurgie, cardiothoracale chirurgie — en een groeiend aantal paramedische afdelingen. Maar hoe blijf je innovatief als je al een topkliniek bent? Door de expertise van je eigen medewerkers te benutten. En dat is precies wat er gebeurt. Het is ook een reactie op de druk in de zorg: te weinig tijd, te veel patiënten, te weinig bewijs voor wat werkt. Als een fysiotherapeut als Guido Dolleman kan onderzoeken welke oefeningen het beste werken voor ouderen met rugpijn — dan kun je dat op schaal toepassen. Niet in een wetenschappelijk tijdschrift, maar op de behandelkamer.

Wat was er eerder?

Wat was er eerder?

Het is belangrijk om niet te denken dat Isala geen onderzoek deed. In 2021 publiceerde logopedist Sanne Toes al een studie over hoe coronapatiënten anders stemmen en ademen. Dat was een tijdelijk project, geboren uit noodzaak. Nu zijn de vier nieuwe onderzoekers geen reactie op een crisis, maar een structurele keuze. Ze hebben een vaste functie, een budget, en de opdracht om onderzoek te doen als onderdeel van hun werk. Ze zijn geen ‘medewerkers die ook onderzoeken’ — ze zijn onderzoekers, die ook praktijk doen. Dat verschil is cruciaal.

Wat komt er nu?

De details zijn nog onduidelijk. Geen enkele bron noemt een specifiek onderzoeksonderwerp, geen budget, geen tijdslijn. Dat is jammer, want het zou de impact kunnen versterken. Maar het is ook typisch voor een eerste stap. Het gaat er nu om de structuur te bewijzen. Als deze vier onderzoekers binnen een jaar een paar concrete, herhaalbare inzichten leveren — bijvoorbeeld een nieuwe methode voor handrevalidatie, of een betere aanpak voor spraakherstel na een beroerte — dan zal Isala waarschijnlijk meer posities openen. Misschien ook in andere afdelingen: diëtetiek, psychomotorische therapie, of logopedie voor kinderen. De potentiële impact is gigantisch. Want als je 100 paramedici in Nederland zo’n rol geeft, verandert het hele zorgstelsel.

Waarom maakt dit uit voor Zwolle en Overijssel?

Waarom maakt dit uit voor Zwolle en Overijssel?

Isala is niet zomaar een ziekenhuis. Het is de grootste zorgaanbieder in Overijssel, met duizenden patiënten per jaar. Als het hier een nieuw model uitprobeert, dan is het niet lokaal. Het is nationaal. Andere ziekenhuizen volgen. Als het werkt, wordt het standaard. Dat betekent dat Zwolle niet alleen een zorgcentrum is, maar een denktank voor de toekomst van paramedische zorg. En dat maakt het een plek waar professionals willen werken — omdat ze weten: hier kun je niet alleen helpen, maar ook verbeteren.

Frequently Asked Questions

Wat betekent ‘paramedische onderzoeker’ precies?

Een paramedische onderzoeker is een fysiotherapeut, logopedist of ergotherapeut die naast zijn of haar praktijkwerk ook tijd en middelen krijgt om systematisch onderzoek te doen naar de effectiviteit van behandelingen. Het is geen bijfunctie, maar een vaste rol binnen de organisatie, met doelen, evaluatie en publicatie van resultaten.

Waarom is dit een primeur voor Isala?

Hoewel Isala al eerder onderzoek deed — zoals in 2021 met Sanne Toes’ studie naar coronapatiënten — was dit altijd tijdelijk of vrijwillig. Dit is de eerste keer dat vier paramedici formeel worden benoemd als onderzoekers met vaste functieomschrijving, tijd en verantwoordelijkheid. Dat maakt het structureel, niet incidenteel.

Hoe beïnvloedt dit patiënten?

Patiënten profiteren van betere, bewezen behandelingen. Als een handtherapeut ontdekt dat een bepaalde oefening bij 80% van de patiënten pijn vermindert, dan wordt die methode direct toegepast. Geen jarenlange wetenschappelijke publicaties nodig — de kennis gaat direct van praktijk naar praktijk. Dat versnelt verbetering en vermindert onnodige pijn.

Zijn er nog meer onderzoekers gepland?

Nee, er zijn nog geen officiële plannen bekend. Maar als de eerste vier succesvol zijn — bijvoorbeeld door resultaten te publiceren of behandelingen te verbeteren — dan is het zeer waarschijnlijk dat Isala meer posities opent. De structuur is nu gelegd; het volgende is schaalbaar.

Wat is een STZ-kliniek?

STZ staat voor ‘Specifieke Topkliniek’, een Nederlandse classificatie voor ziekenhuizen met hoog gespecialiseerde zorg, zoals trauma- en neurochirurgie. Isala is één van de grootste in Nederland, met een level 1-traumacentrum en cardiothoracale afdelingen. Deze status betekent dat het ziekenhuis ook verantwoordelijk is voor innovatie en onderzoek — wat deze benoemingen ondersteunen.

Hoe verschilt dit van wetenschappelijk onderzoek in universiteiten?

Universitair onderzoek richt zich vaak op nieuwe medicijnen of technologie. Dit onderzoek is praktijkgericht: het vraagt ‘Wat werkt hier en nu?’ en ‘Hoe kunnen we dit beter doen?’ Het gaat niet om abstracte theorie, maar om directe verbetering van dagelijks zorgproces — en dat maakt het uniek en relevant voor patiënten.

Rally Autoteller Lekker