Op 19 november 2025 maakte Nederlandse Spoorwegen officieel bekend dat het een raamovereenkomst heeft getekend met Stadler Rail AG voor de levering van 36 nieuwe Flirt Flex-treinen. De bestelling, waarvoor ruim 400 miljoen euro wordt uitgegeven, is geen gewone aankoop — het is een strategische keuze die de toekomst van het Nederlandse spoorwegnet vormt. Vanaf 2030 zullen deze treinen zowel als sprinter als intercity rijden, en dat is uniek. Ze krijgen het klassieke geel-blauwe NS-kleurenschema, niet het wit-blauwe van de huidige sprinters. En ja, dat is bewust. Geel en blauw horen bij Nederland. Al decennialang. Nu wordt het herlevd — met moderne technologie.
Het ontwerp is een stijlvolle upgrade: een gestroomlijnde snoet, een kenmerk van Stadlers intercityversies. Maar het kleurenschema? Dat is een knipoog naar de geschiedenis. De huidige sprinters zijn wit-blauw, maar deze nieuwe treinen dragen het oude, vertrouwde geel-blauw — een keuze die bij reizigers aansluit. Wie herinnert zich niet de oude Sprinter-treinen? Dat is geheugen, dat is identiteit. NS wil niet alleen moderniseren, maar ook verbinden.
Er rijden al 58 Flirt-treinen als sprinters in Noord-Brabant en Zuid-Holland. Ze zijn goed, maar ze zijn niet flexibel. Deze nieuwe versie wel. En dat is het punt. NS wil minder specifieke treinen, en meer modulaire. Een trein die je kunt zetten waar je hem nodig hebt — niet waar je hem per toeval hebt.
In totaal: 205 nieuwe treinen. En de Flirt Flex is de enige die zowel als sprinter als intercity kan rijden. Dat maakt haar de meest flexibele van de hele vloot. Terwijl de DDNG’s en ICNG’s specifieke rollen hebben — langere trajecten, hogere capaciteit — kan de Flirt Flex overal inzetbaar zijn. Op een donderdagochtend als sprinter naar Eindhoven, op een zaterdagmiddag als intercity naar Maastricht. Dat is efficiënt. Dat is slim.
De eerste trein wordt waarschijnlijk in de zomer van 2030 op het spoor gebracht. De rest volgt in golven tot eind 2032. NS wil ze niet allemaal tegelijk inzetten — het is beter om ze geleidelijk te introduceren, zodat personeel kan wennen en onderhoudssystemen kunnen worden aangepast.
NS kiest bewust voor het klassieke geel-blauw omdat dit de traditionele kleuren zijn van Nederlandse treinen, die al decennialang herkend worden door reizigers. Hoewel de huidige sprinters wit-blauw zijn, wil NS een visuele verbinding leggen met de geschiedenis van het spoorwegnet. Het is een emotionele, maar ook strategische keuze: vertrouwdheid en identiteit.
Niet direct, maar NS heeft de optie om specifieke versies van de Flirt Flex te bestellen die geschikt zijn voor grensoverschrijdend verkeer. Dat betekent aanpassingen aan de elektrische systemen, veiligheidssystemen en communicatie. Als de vraag naar internationale treinen stijgt — bijvoorbeeld naar Maastricht of Arnhem–Emden — kunnen deze treinen snel worden aangepast zonder nieuwe bestellingen.
Stadler is de enige fabrikant die een trein levert die zowel als sprinter als intercity functioneert. Alstom en CAF leveren gespecialiseerde treinen — dubbeldekkers of klassieke intercity’s. De Flirt Flex biedt flexibiliteit, wat essentieel is voor NS’s doel om het netwerk efficiënter te maken. Bovendien heeft NS al jaren ervaring met Flirt-treinen, wat het onderhoud en de training vereenvoudigt.
De 36 nieuwe treinen bieden in totaal ruim 8.000 zitplaatsen. De vierwagentreinen hebben ongeveer 200 zitplaatsen, de zescarriagesets ongeveer 300. Dat is meer dan een klassieke SLT, en vergelijkbaar met een VIRM, maar met betere toegankelijkheid en comfort. De zitconfiguratie is flexibel: er zijn ruimtes voor rolstoelen, fietsen en groepen.
Het duurt minimaal drie jaar van ontwerp tot inzet: ontwerp, productie, testen, certificering en personeelsopleiding. Stadler moet eerst het definitieve ontwerp vastleggen, daarna bouwen, testen op koude en warme temperaturen, en de veiligheidskeuringen doorlopen. De eerste trein komt waarschijnlijk in de zomer van 2030, de rest volgt tot eind 2032.
De oudere SLT’s en SNG’s worden geleidelijk vervangen. Sommige worden nog jaren gebruikt op minder drukke trajecten, andere worden gesloopt of verkocht aan andere Europese spoorwegmaatschappijen. NS houdt geen reservevloot aan — alles wordt zorgvuldig gepland om kosten en milieu-impact te beperken.