Driften is een techniek waarbij je de auto met een gecontroleerde slip door een bocht laat glijden. Het klinkt stoer, maar het is vooral een kwestie van balans en timing. Voor rallyrijders is driften geen stunt, maar een hulpmiddel om grip te behouden op losse of natte stukken. Door de achterwielen te laten slippen kun je sneller door een krappe bocht komen zonder dat de auto vastloopt.
Bijdrift begin je meestal met een korte gasstoot terwijl je de stuurinsteek maakt. De kracht van het gaspedaal zorgt ervoor dat de achteras meer koppel krijgt dan de voorwielen aankunnen, waardoor ze gaan slippen. Tegelijkertijd draait de auto rond het draaipunttje van de voorwielen. De belangrijkste dingen om in de gaten te houden zijn gas, stuur en rem. Als je te veel gas geeft, kun je de controle verliezen; te weinig gas en de auto gripte weer.
De meeste rallyauto’s hebben een beperkt sliphoek‑systeem dat de slip makkelijker maakt. Ook de juiste bandenspanning helpt; iets zachtere banden geven meer grip, maar maken het driften moeilijker. Probeer daarom in een veilige omgeving te oefenen met verschillende bandenspanningen om te voelen wat voor jou werkt.
1. Begin langzaam. Een lage snelheid geeft je meer tijd om te reageren als de auto onverwacht gaat glijden. Een dunne bocht op een lege parkeerplaats is een goed eerste testgebied.
2. Gebruik de handrem slechts als oefening. In rallyauto’s wordt de handrem soms ingezet om de slip op te roepen, maar voor beginners is het beter om eerst te leren met gas en stuur alleen.
3. Let op de omgeving. Controleer altijd of er geen obstakels, mensen of andere voertuigen in de buurt zijn. Een open veld of een afgesloten circuit is ideaal.
4. Werk samen met je co‑piloot. In echte rally’s geeft de co‑piloot aanwijzingen over de bochten. Als je alleen oefent, kun je een vriend laten roepen wanneer je te ver of te dicht bij de rand komt.
5. Herhaal en analyseer. Maak korte video’s van je driftsessies. Kijk terug en noteer wat goed ging en waar je te veel gas gaf of te laat stuurde. Kleine aanpassingen maken een groot verschil.
Wanneer je de basis onder de knie hebt, kun je proberen verschillende soorten drifts uit te proberen: handrem‑drift, e-brake‑drift, of power‑drift met alleen gas. Elk heeft zijn eigen voor- en nadelen afhankelijk van het terrein en de auto.
Dus, wil je beter presteren in rally’s of gewoon een leuk trucje leren, begin met de basics, oefen veilig en blijf leren van je fouten. Met de juiste aanpak wordt driften een handige tool in je rijarsenaal, niet alleen een spektakel voor fans.
Rallyrijders hebben een speciale vaardigheid om hun auto's op hoge snelheid door bochten te stuwen. Dit is wat we driften noemen. Met het juiste stuurwiel, de juiste banden, de juiste motor en de juiste techniek, kunnen rallyauto's de bochten op een spectaculaire manier nemen. Driften vereist een uitgekiende manoeuvre, waarbij de bestuurder het gas laat lopen terwijl hij de auto in een bocht draait. Door de achterwielen meer kracht te geven dan de voorwielen, kunnen rallyrijders hun auto's op een smalle bochtige weg sturen in plaats van rechtuit. Dit is een ongelooflijk spannende en vaardigheid vereisende sport die veel inspanning vergt, maar uiteindelijk de moeite waard is.