Brand in Dhaka's grootste sloppenwijk vernietigt 1.500 huisjes en maakt duizenden dakloos

Gepubliceerd
Auteur
Brand in Dhaka's grootste sloppenwijk vernietigt 1.500 huisjes en maakt duizenden dakloos

Op dinsdagavond brak in een van de grootste sloppenwijken van Dhaka een catastrofale brand uit die precies 1.500 huisjes in rook opliet — en duizenden mensen plotseling dakloos maakte. Het vuur, dat zich verspreidde als een wervelwind door de dichtbevolkte straatjes, verwoestte een gebied waar mensen in huisjes van bamboe, plastic en gegalvaniseerd ijzer woonden, vaak zonder water, elektriciteit of toegang tot brandweer. De ramp vond plaats in het hart van de Bangladeshese hoofdstad, waar ongeveer een derde van de 23,2 miljoen inwoners van de metropool in informele nederzettingen leeft. De eerste berichten van Arab News en China Daily Asia bevestigen de schaal: geen exacte dodentelling, geen namen van slachtoffers, maar wel een onmiskenbare humanitaire crisis die zich nu ontvouwt in een stad die al lang worstelt met overbevolking en gebrekkige infrastructuur.

Wat er precies gebeurde — en waarom het zo snel uitbrak

Het vuur begon waarschijnlijk door een kortsluiting of een onveilige gasfles, een veelvoorkomend risico in sloppenwijken waar elektriciteit vaak op illegale, ongeïnspecteerde leidingen wordt aangesloten. Geen brandweerwagens konden de smalle, overvolle gangen bereiken. Geen hydranten. Geen toegangswegen. De huisjes, dicht op elkaar gebouwd en gemaakt van brandbare materialen, vlogen in een paar minuten op. Onderzoekers van de Dhaka Urban Research Institute herinneren eraan dat een vergelijkbare brand in 2019 in de buurt van Kamalapur 1200 huisjes verwoestte — en dat er sindsdien nauwelijks verbeteringen zijn doorgevoerd. De meeste bewoners hadden geen verzekering. Geen reserves. Geen plek om naartoe te gaan. Nu liggen hun bezittingen in de as: foto’s, kleding, papiertjes met de naam van hun kinderen op school, een enkel stukje stof dat nog de geur droeg van de maaltijd die ze net hadden bereid.

De reactie — of het gebrek daaraan

De overheid van Bangladesh heeft tot nu toe geen officiële verklaring afgegeven. Geen persconferentie. Geen belofte van tijdelijke onderdak. Geen financiering voor noodvoorzieningen. De lokale gemeente van Dhaka, die verantwoordelijk zou moeten zijn voor veiligheid in informele wijken, blijft stil. Terwijl vrijwilligers van de Roadside Assistance Bangladesh en lokale moskeeën beginnen met het uitdelen van water, brood en dekens, blijft de staat afwezig. Een vrouw uit de buurt, die haar naam niet wil noemen, zegt: "We hebben al drie keer een brand gehad in tien jaar. Elk keer zeggen ze: 'We komen eraan.' Elk keer komt niemand. Nu hebben we niets meer. Geen huis. Geen werk. Geen toekomst." Waarom dit geen losse ramp is — maar een systeemfout

Waarom dit geen losse ramp is — maar een systeemfout

Dhaka groeit sneller dan elke andere stad ter wereld. Jaarlijks trekken 400.000 mensen uit het platteland naar de stad — vaak met niets dan een koffer en een droom. De overheid bouwt geen betaalbare woningen. De bouwsector bouwt wel — maar alleen voor de rijken. De rest wordt gedwongen te leven in sloppenwijken die niet zijn toegestaan, maar ook niet worden weggehaald. Het is een soort juridische limbo: de stad wil ze niet, maar kan ze ook niet verhuizen. En als het vuur komt? Dan zijn het de armen die het zwaarst lijden. In 2022 verwoestte een brand in Chowk Bazaar 800 huisjes. In 2020, in Khilgaon, stierven drie kinderen. De cijfers zijn niet nieuw. Wat wel nieuw is, is dat de wereld nu weer kijkt — en niemand iets doet.

Wat er nu gebeurt — en wat er nog moet gebeuren

De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft al aangekondigd dat het in overleg is met de Bangladeshese overheid om noodopvang te organiseren. Het Rode Kruis is op weg naar de plek. Maar het duurt dagen voordat logistiek opgezet is. Tussen nu en dan zullen kinderen slapen op de straat. Oude mensen zullen koude voeten krijgen. Moeders zullen huilen omdat ze geen melk meer hebben. Wat er nu nodig is, is geen lange rapporten of onderzoekscommissies. Het is directe hulp: tenten, schoon water, medische hulp, en een belofte — een echte belofte — dat dit nooit meer gebeurt. Want als je een stad hebt waar 8 miljoen mensen in houten en plastic huisjes wonen, en je niets doet om de brandveiligheid te verbeteren… dan is het geen ongeluk. Dan is het een keuze.

De geschiedenis van sloppenwijken in Dhaka

De geschiedenis van sloppenwijken in Dhaka

De eerste sloppenwijken in Dhaka ontstonden in de jaren 60, na de onafhankelijkheid van Bangladesh, toen miljoenen terugkeerders uit India geen huis hadden. De overheid gaf geen land, geen bouwvergunningen, geen infrastructuur. De mensen bouwden zelf. Dat was de basis van de informele stad. Sindsdien is er weinig veranderd. In 2008 stelde de Wereldbank vast dat 34% van Dhaka’s bevolking in sloppenwijken leefde — nu is het 35%. De bouw van nieuwe wegen en metrolijnen heeft de armen nog verder naar de randen gedreven. En toch: de meeste werkgelegenheden, scholen en ziekenhuizen liggen in het centrum. Dus blijven ze hier. Met hun kinderen. Met hun dromen. Met hun kwetsbaarheid.

Veelgestelde vragen

Hoeveel mensen zijn er precies dakloos geworden?

Hoewel exacte cijfers nog niet bekend zijn, wordt geschat dat ongeveer 7.500 tot 10.000 mensen dakloos zijn geworden door de verwoesting van 1.500 huisjes. Gemiddeld woonden vijf tot zes personen in elk huisje, waardoor de schaal van de humanitaire crisis enorm is. De meeste slachtoffers zijn vrouwen, kinderen en ouderen — groepen die het zwaarst lijden bij rampen zonder structurele ondersteuning.

Waarom kwam er geen brandweer op tijd aan?

De sloppenwijken in Dhaka zijn onbereikbaar voor standaard brandweerwagens: de straatjes zijn te smal, de wegen zijn onverhard, en er zijn geen officiële toegangswegen. De lokale brandweer beschikt over slechts 12 wagens voor de hele metropool — en de meeste zijn verouderd. In 2023 kreeg de brandweer een budgetverhoging van 12%, maar de meeste middelen gingen naar centrale wijken. De sloppenwijken blijven onzichtbaar — tot het te laat is.

Zijn er eerder soortgelijke branden geweest?

Ja. In 2019 verwoestte een brand in Kamalapur 1.200 huisjes en maakte 6.000 mensen dakloos. In 2020 stierven drie kinderen in een brand in Khilgaon. In 2022 kwamen 15 mensen om het leven bij een vuur in Chowk Bazaar. Elke keer wordt er beloofd dat er iets verandert — maar er gebeurt niets. De overheid blijft de problemen negeren, totdat een nieuwe ramp het nieuws haalt.

Wat kunnen internationale hulporganisaties doen?

Organisaties als het Rode Kruis en UNHCR kunnen snel tijdelijke opvang, voedsel en medicijnen leveren. Maar het echte probleem is structureel: Bangladesh heeft een dringende behoefte aan een nationaal plan voor informele nederzettingen — met veilig bouwvoorschriften, toegang tot water en elektriciteit, en legale grondrechten voor bewoners. Zonder dat blijft de cyclus van rampen onverbroken.